hondjes
Deze hondjes werden in de negentiende eeuw in aardewerkfabriekjes in het Britse graafschap Staffordshire geproduceerd.
Veel illegale bordelen in Britse havensteden schijnen er als dekmantel een porseleinwinkel op na gehouden te hebben. In de vensterbank bij de dames stonden twee hondjes voor de gesloten gordijnen. Stonden de hondjes met de neuzen naar elkaar dan was dat voor de geïnteresseerden een teken dat de dame beschikbaar was. Na hun bezoek aan de dames namen veel zeelieden een setje hondjes mee naar huis als souvenir. Moeder de vrouw zette de pronkstukken op een ereplaats, op de schoorsteenmantel of voor het raam wat vader natuurlijk geen goed idee vond.
Bijnamen zijn: schoorsteenmantelhondjes, kasthondjes, schippershondjes en hoerenhondjes.
Bij mijn grootouders stonden ze inderdaad op de schoorsteenmantel. Mijn oma had ze geërfd van haar grootouders (mijn betovergrootouders), die schippers waren…
Voor mij is een extra bijzonder detail dat die betovergrootmoeder Elisabeth geboren is in Westernieland (in 1839). Haar ouders en grootouders liggen hier begraven. Toen wij ons huis kochten wisten we dat niet. Mijn nichtje in Eindhoven kwam de hondjes tegen toen haar ouders overleden waren. Ze dacht: ik weet niet waarom, maar die hondjes moeten naar Wouter. Sinds kort zijn ze in Westernieland. Ze staan in de vensterbank. Voor alle duidelijkheid: met de rug naar het glas gekeerd.
Reageren is niet mogelijk