lief

muisTwee meisjes in de dierenwinkel. Een jaar of 11, denk ik, en groot voor hun leeftijd, zoals meisjes van 11 kunnen zijn. Ze stonden bij de bak met muizen, ratjes en dergelijk grut. ‘O, wat zijn ze lief’, zeiden ze, en synoniemen daarvan. ‘Kijk, die rolt zich op, o, o, o, wat lief.’ ‘Lief hè’, zei ik, om er ook een beetje bij te horen. ‘Op Facebook zag ik een filmpje over een ratje met een kleine knuffelbeer’, ging ik voort. ‘Het ratje sliep en het beertje had een pootje op de neus van het ratje.’ Het leek alsof de meisjes nu werkelijk smolten en eindigden als een plasje op de vloerbedekking. ‘O, wat líéf!’, zeiden ze allebei tegelijk. ‘En ik zag ook een filmpje over een moederpoes die behalve haar kittens ook een jong konijntje opvoedt en zoogt.’ Ze waren niet meer te houden, van enthousiasme en van liefde. Ik wist niet goed hoe ik met goed fatsoen dit gesprekje kon beëindigen. ‘Ja, lief hè’, zei ik nog maar een keer. En ik draaide me om naar de juffrouw van de winkel, die werkeloos toekeek en -luisterde. ‘Ik zoek iets voor de hond, maar dat heeft u geloof ik niet’, zei ik, en ik draaide me intussen naar de deur. De meisjes stonden nog steeds bij de muizenboel. Helemaal verliefd.

Reageren is niet mogelijk