bijna

Zo groot en imposant als ze ooit was, zo klein en breekbaar is ze nu. Ooit hield ze met haar sterke gestalte en krachtige geest de grote kerels onder de duim. Nu ligt ze op haar zij in bed en slaapt met hortende ademhaling. Ooit schaatste ze met haar korte venijnige slag iedereen eruit die ze op haar weg vond en werd ze kampioen korte baan, eerst van Friesland, later van Nederland. Bij  de meisjes, bij de dames, niemand won van haar. Later trouwde ze en baarde ze twee zonen, de jongste werd mijn man.

Nu is ze 83. De maagperforatie, de klaplong, maagbloeding, dubbele longontsteking, ze wou wel maar ze kwam er niet doorheen met haar korte slag. Ze heeft besloten dat het klaar is en wilde weg uit het verpleeghuis, met de infusen en de medicijnen. En wat ze wil, dat gebeurt, krachtig als haar geest nog is.

Ze heeft genoeg aan af en toe wat theelepeltjes lauwe thee. Héérlijk, zegt ze dan, nóg eentje. En ze sluit haar ogen en slaapt weer verder. Af en toe is er bezoek en is ze ineens héél present, de grapjes rollen over haar tong, de pret staat in haar ogen, ze is er helemaal. Maar ze blijft liggen op haar zij, en na een paar minuten slaapt ze. Als ze weer even wakker is zegt ze ‘ik ben heel dankbaar dat jullie dit allemaal voor me doen’. En ze kijkt me heel helder aan. Weinig gêne, weinig omhaal. Ze kijkt voluit.

Op de kist komen haar schaatsen. De houtjes waarop ze alles heeft gewonnen wat er te winnen was.

Ze is er bijna.

Reageren is niet mogelijk