wei

Kaakhorn2Het was een uur of vier en mooi zonnig toen we gingen wandelen, Tammo en ik. De straat uit, het dorp uit, langs Kaakhorn het veld in, en vandaar naar de oude dijk. Tammo lekker los, hij loopt mooi op het karrenspoor, al blijft hij weleens opzettelijk een beetje hangen. Kuiltje graven, spoortje zoeken. Enfin, we gingen achter de oude dijk rechtsaf, en bij de blauwe silo weer ‘door de dijk’ het land in. En daar rook meneer kennelijk iets zo onweerstaanbaars dat hij – floep – zó de sloot over was, onder het schrikdraad door, de schapenweide in. FOEI! Maar niets hielp, meneer had zijn neus aan de grond en rende als een dolle heen en weer. De schapen zagen de bui hangen en renden met zijn allen naar een hoekje van de wei. Maar Tammo had andere interesses.

Er zat voor de baas niets anders op dan de kleine boef te volgen: sloot over, schrikdraad over, tot ik hem uiteindelijk in de verste hoek van de weide eindelijk te pakken kreeg en aanlijnde. Maar ja, toen terug. Wat was wijsheid. Met zijn tweeën in tijgersluipgang onder het schrikdraad door leek me geen optie. In de verst tegenoverliggende hoek (al gauw weer een paar honderd meter lopen) vond ik de mogelijkheid om ons tussen een paaltje en de sloot door te wringen. Voor Tammo liep dat niet helemaal vlekkeloos, hij piepte het uit (ja, dat komt er nou van). Toen nog eens dezelfde afstand teruglopen naar het pad en daarna naar huis.

Het was donker toen we thuiskwamen. De onderste helft van Tammo bestond grotendeels uit klei. Lekker natte Groningse klei.

Reageren is niet mogelijk