herkenbaar
Tammo is een stabij. Sommige mensen beginnen nu te glimlachen. Die weten wat ik daar allemaal mee bedoel. Veel.
Wie een stabij heeft of had herkent ze direct. Op straat, in de verte, uit een ooghoek. Die harige zwiepstaart, dat maffe slordig-parmantige loopje, dat ogenschijnlijk gehoorzame, maar nét niet. Dat boerse nonchalante met onovertroffen stijl. Dát. Je herkent ze. En je hebt er een zwak voor.
Toen Tammo pas bij ons was stopte ik bij elke andere stabij-met-eigenaar voor een praatje. ‘U heeft er ook één, zie ik’. En dan samen dubbele vreugd. En samen een beetje mopperen op hoe ondeugend en oostindisch doof. Maar o zo leuk!
Zo stond ik eens midden in een woonwijk vlakbij Delft met de auto midden op straat stil (aanhangwagen vol goederen erachter). Niemand kon er langs. Alleen maar omdat er een mevrouw-met-stabij liep.
Afgelopen week, tussen Warffum en Den Andel, haalde ik twee fietsers in. Eén met een fietskar waar een zwart hondenkopje bovenuit stak! Ik zette direct de auto aan de kant, hield ze aan (zeventigers met passie voor fiets en hond) en we stonden daar zomaar in het veld, op een parkeerplaats, elkaars hondenverhalen aan te horen en te jubelen. Eerst in het Nederlands maar al snel in het Gronings. Oja, dat óók, en hou doun joe dat? En o wat is ze mooi!
Gisteren reed ik op de A1. Langs de vangrail stond een auto met pech, die op een hulpwagen getakeld werd. En in een flits zag ik de eigenaresse er bij staan… mét stabij in ijzeren greep. Het raakte me recht in het hart. Die mevrouw werd wel geholpen maar hoe moest het met de hond naast dat langsrazende verkeer? Ik kon nergens stoppen maar tot aan huis (en tot aan nu) bleef in mijn hoofd rondspoken: arm beest, hoe moet dat nou met jou?
Reageren is niet mogelijk