herfst
Het is herfstvakantie. De eerste dag. En ja, ik ben ziek. Even dacht ik dat het meeviel. Maar tegen de avond werd het duidelijk. Snotteren, moeilijk slikken, hoesten (liever niet, maar ja). Keelpijn, hoofdpijn, gloeiende oren.
Weinig slaap vannacht. Op de rug liggen en hopen dat ik niet hoefde slikken of hoesten. Want dat doet pijn. En net toen Alma Huisken, onze eigen Alma van drie dorpen verderop, haar column voorlas op de radio bij Vroege Vogels, viel ik in slaap. ‘Heb je Alma gehoord?, vroeg Sjoerd. ‘Nee’, moest ik bekennen. Ik sliep. Eindelijk.
Zakdoek na zakdoek. ‘Heb je er nog één?’, en ja, hij heeft er nog een. Ik snuit ze vol, Tammo snaait ze van tafel en Sjoerd doet ze in een sopje. Zo hebben we allemaal wat.
‘Ga jij maar op de bank’, zegt Sjoerd, ‘dan doe ik Tammo wel’. En daar gaan ze, de herfstige regen in, tas op de schouder, laarzen aan. Ze hebben er zin in! Ik zoek een dekentje en kruip op de bank. Slapen.
Reageren is niet mogelijk