einde

Het is het einde van de wereld. Hornhuizen, een dorpje net boven Leens en Ulrum. Verder kan je niet, net als in Westernieland, tien kilometer verderop. Erachter ligt de dijk.

Erik Wong, een Amsterdamse collega van mij, heeft het leegstaande dorpscafé nieuw leven ingeblazen, op een bijzondere manier. Wongema, heet het nu. Het is een plaats van ontmoeting geworden, tussen oud en nieuw, tussen dorp en stad, tussen boerenland en artistieke cultuur. Een prettige mix van alles. Je kunt er werken, logeren en op vrijdag eten. Dat doen we zo nu en dan. Gisteren ook. Hornhuisters verzorgden zelf een stamppotmaaltijd. Aanschuiven aan lange tafels en je hebt direct een table-d’hôte-idee.

Wij schoven aan en Tammo dook tussen de blokkendozen op de vloer. We hielden het wel wat in de gaten maar het ging goed. Geen schrikkende en blèrende kindjes. Links van mij een mevrouw uit Amsterdam die vilten kunst maakt. Rechts een meisje uit Toronto dat via een gastronomische opleiding bij Turijn in de buurt op stagereis was in Nederland en net twee dagen op de Wadden had helpen vissen. Via Twitter had ze Wongema als logeerplek ontdekt. Een wonderlijk mêlee!

Wongema werkt. Mensen komen er samen, verbinden zich en gaan huns weegs. Ik heb genoten. Van de heerlijke stamppot, van het samenzijn en van het feit dat dit kan. Aan het einde van de wereld. In Hornhuizen.

Reageren is niet mogelijk