spatelen

Gisteren heb ik bij de Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam, vestiging Uithuizen, een spatel gekocht. Want als je wilt spatelen heb je een spatel nodig.

Vanmorgen, terwijl Sjoerd pruimen aan het inkoken was voor jam, zette ik de ingrediƫnten voor clafoutis op een rijtje: pruimen, suiker, bloem, room, vanille, zout, eieren. Twee beslagkommen, mixer, mesje, kommetjes, spatel.

Wat je kunt mixen moet je mixen. Maar op een gegeven ogenblik hou je op, anders verknoei je het beslag. Dan moet er met grote zorgvuldigeheid gespateld worden: twee substanties met elkaar vermengen. Maar behoedzaam. De lucht mag er niet uit. Dat doe je met een spatel: een steeltje als handvat en een rechthoekig rubber flapje aan het eind.

Wie gespateld heeft weet dat dat een aparte gewaarwording geeft. De zachtheid van de substanties voel je veel beter dan met de mixer of de garde. De eidooiers met de suiker, opgeklopt tot een schuimige zachte massa. Daar spatel je bloem en room doorheen. Opgeklopte eiwitten met suiker, dat spatel je door het eerste beslag. Pruimen in de springvorm en je giet het beslag er overheen. Met de spatel schraap je de beslagkom leeg. Het zwikje gaat de oven in.

Een klein half uur later is de clafoutis klaar. Bij de koffie proef ik het resultaat. Goed gespateld!

 

Reageren is niet mogelijk