er in

Het is mooi weer. De zon schijnt over het schitterende water van de vijver. Tammo en ik spelen met een balletje. Lange lijn aan Tammo, want stel je voor. Een poesje verderop, het loopse hondje van de buren… Afspraak is: ik gooi, Tammo wacht. Dan zeg ik ‘apport’ en Tammo apporteert. Dat het in de praktijk wel eens anders gebeurt is Tammo’s zorg niet. Ik vraag me intussen ernstig af of Tammo wel geschikt is om te apporteren. Enfin, we spelen lekker door.

Op een gegeven moment gooi ik de bal over de vijver. Tammo, in zijn enthousiasme toch al vol met adrenaline, bedenkt zich niet. Springt hup, zo de vijver in. En dan realiseert hij zich pas wat hij gedaan heeft. Kijkt eens om, denkt eens na, ploetert een beetje en zwemt naar de overkant. Klauwt eruit tegen de overstekende rand van de vlonder. Schudt zich uit. En haalt het balletje.

We hebben er niet meer over gesproken.

Reageren is niet mogelijk