familie

Gerhard Bouwkamp, geboren in 1871 in Bedum als zoon van Hilbrand Bouwkamp (1832, Bedum) en Renske Hamminga (1838, Sint Annen), was slager in Uithuizen en mijn overgrootvader. Zijn vrouw was Trijntje Klont (1873, Kantens), dochter van Willem Klont (1839, Baflo), potschipper, en Elizabeth Visser (1839, Warffum, van de robbenjagers). Beiden overleden in Westernieland.

Gerhard en Trijntje staan er indrukwekkend op: mooie mensen in mooie kleren. Ook op leeftijd mochten ze gezien worden. Haar heb ik nog gekend, ze stierf toen ik elf was en zij 95. Dochter Renske (1898, Uithuizen) trouwde meester Wouter Broekema (1894, Warffum), zoon van de kleermaker. Zij werden later mijn grootouders. Roelf Broekema, de kleermaker, werd geboren in 1866 in Den Andel als zoon van Wolter Broekema (1830, Baflo)  en Antje Spoelma (1841, Westernieland). Zijn vrouw Rena Ronda werd in 1864 geboren in Zoutkamp als dochter van Jan Ronda (1833, Zoutkamp) en Aagtje Stoepker (1836, Zoutkamp). Wouter en Renske kregen vijf kinderen. Dochter Trijntje (1924, Groningen) werd mijn moeder.

Edo Wieringa werd in 1860 geboren in Wehe en was kapper en horlogemaker in Leens. Samen met zijn vrouw Wija van Inzen (1864, Beerta) kreeg hij zes kinderen. De oudste, Harm Jan (Leens, 1889), werd later mijn opa. Hij begon een juwelierszaak in Delfzijl en trouwde met Klaasina Mensinga (1892, Uithuizermeeden). Zij stierf in 1916 jong, pas getrouwd en zwanger, waarschijnlijk aan de Spaanse Griep. Harm Jan hertrouwde, met Saartje Houwing (1895, Loppersum), jongste van 12 kinderen van Riewing Houwing (1852) en Hillechien Pilon (1853), allebei uit Loppersum. Riewing was schipper en mijn oma Saartje vertelde dat ze als meisje in de touwen liep om het schip vooruit te trekken. Bij gebrek aan paard. Harm Jan en Saartje kregen drie kinderen. Hun oudste zoon Edo (1920, Delfzijl) werd mijn vader. Met Trijntje had hij een boek- en kantoorboekhandel. Ze kregen twee zoons, ik ben de jongste.

 

Reageren is niet mogelijk