muis

Sjoerd en Frits gaan schaatsen, Tammo en ik aan de wandel. Tammo heeft sinds kort een bandje (Dick zegt ‘snuitje’) voor om de neus. Het zorgt ervoor dat hij wat makkelijker te hanteren is en beter volgt. Mij scheelt het een schouderblad.

Tammo is niet dol op zijn snuitje. Thuis krijgt hij hem om, vóór het wandelen. Zijn kop zakt dan vijftien centimeter naar beneden. Zijn manier om te zeggen: ‘Wat ben jij voor baas dat jij me dit aandoet!’. Als je een beetje sentimenteel bent haal je gauw dat snuitje weer van zijn neus en laat je hem in een uur je schouderblad ruïneren. Zonder snuitje loopt hij als een katapult. Ik ben niet sentimenteel.

Snuitje om snuitje, aan de wandel. Tammo lijkt wel wat op Salinero. Qua lopen dan. Beentjes hoog op, op de maat van de muziek (die je er zelf bij moet bedenken, zo stil als het is in het veld), hoofd fier omhoog. Het dorp uit, het veld in. Op de rand wisselen we van riem. De korte om mijn nek, de lange aan het snuitje. Dat betekent ineens acht meter bewegingsruimte extra. Voor Tammo gaat het sein op groen: neus naar beneden en snuffelen als een gek! Hij snuffelt alle geuren bij elkaar van alle velden tot aan de dijk en terug. Leuk om in de sneeuw te zien waar de reeën hebben gelopen, of de vos, of de hazen. En dat Tammo die sporen niet bekijkt met zijn ogen maar feilloos vindt en volgt met de neus.

In no time heeft hij een dode muis gevonden. Stijf bevroren, beetje onder sneeuw geraakt. Snuffelsnuffel, en op de terugweg, langs de besneeuwde landweg van anderhalve kilometer lang, vindt-ie hem moeiteloos weer terug, een beetje onder sneeuw. Wat een neus!

We lopen naar huis, mijn hond en ik. Snuitje af, de stoel in. Dromen van lekkere muizen.

Reageren is niet mogelijk