jongens waren we

Wij gingen naar Staal. Een voorstelling over jongens.

Moniek Merkx, de regisseur: “Ik wil graag een documentaire voorstelling maken over hoe jongens mannen worden. Tussen 15 en 25 jaar zijn ze in de superkracht van hun leven. Zij zijn de roekelozen, ze durven alles en hebben vaak een sterk lichaam. Maar die kracht mogen ze in het dagelijks leven nauwelijks laten zien. Ze moeten praten, overleggen en onderhandelen en dat vinden ze vaak nogal saai of ongemakkelijk. In Staal zijn jongens stoer, sterk en ongenaakbaar. Hun jongensachtigheid mogen ze in volle glorie inzetten. Maar ze mogen ook klungelen, niet uit hun woorden komen, hangen, onhandig en pijnlijk kwetsbaar zijn. Ze trekken wat mij betreft ook hun camouflagepak uit. Ik vraag me dan nu af of dat troostend is of eerder schaamtevol? Waarschijnlijk allebei.”

Opvallend weinig volwassenen waren er onder het publiek, daar in jeugtheater de Krakeling. Een paar die ik nog kende, van lang geleden. Veel meisjes. En collega-acteurs. Dick van der Toorn (van Loenatik) en Joke Tjalsma (van de Daltons).

‘Jongens waren we – maar aardige jongens.’ Zo opende Nescio zijn prachtige boek Titaantjes in 1915. Dat ging over dromen en wat er van terecht kwam. Dit ging over kracht en kwetsbaarheid, en er mogen zijn.

Ik vond het spannend, vrolijk en ontroerend. En realiseerde me opnieuw dat ik een man ben en een jongen. En 54.

Reageren is niet mogelijk