na-zomer

Sjoerd op bank

Als de boeren beginnen te oogsten is het einde van de zomer in zicht. In mijn herinnering was dat altijd halverwege augustus. Nu zag ik de eerste combines op 2 augustus rijden. (Voor de stadsmensen: dat zijn maai-dorsmachines. Die maaien het koren af en halen er het graan uit.) En waarschijnlijk heb ik niet goed opgelet.

Het middaglicht wordt roder, de schaduwen worden langer. Immers, de zon is over zijn hoogste punt heen. Ik vind het geweldig, al die reuring op het land. Voor de boeren is het scoren, het is toptijd! En het maakt me ook een beetje weemoedig. De belofte is voorbij, alles wat er nog zou komen is er, of niet, en dat is het. Hier moeten we het mee doen, meer kunnen we er niet van maken. Een wijze les, elke nazomer weer.

Er komen vast nog warme dagen en zwoele avonden. Maar we gaan onherroepelijk naar het najaar. Als de oogst van het land is en de akkers worden geploegd, heeft de goudgele graankleur plaats gemaakt voor vet blauwzwart. Dan pakken we ons in, zetten we ons schrap, dan komt de herfst.

Sjoerd zwemt elke ochtend in de vijver. Hij werkt elke dag in de tuin. Hij heeft nog 4 weken vakantie. Tammo groeit als kool en doet het goed op de jachthondencursus, als jongste deelnemer. Ik combineer werk en vrij zijn, ’s ochtends en ’s middags. We gaan er op uit met Tammo, lopend achter het dorp langs, of in de fietskar. Het is zomer. Toptijd.

Reageren is niet mogelijk