De tuin explodeert. Overal knoppen, uitlopers, scheuten, begin van nieuwe blaadjes, nieuw leven. Bij de sloot staat zoveel speenkruid in bloei, het is niet te tellen. Waar komt het ineens vandaan?

We planten struikjes en boompjes zolang het kan. Elk weekend komt er wel ergens een bosje of een haagje bij. Hagen geven structuur en vorm aan de tuin. En omdat er veel overhoop gehaald is is dat wel nodig.

De boomgaard bestaat uit twee appelbomen (een Groninger Kroon en een Notarisappel), een peer (Gieser Wildeman) en een pruim (Reine Claude) Hij wordt omzoomd door beukenhaagjes. Een van die haagjes is onderbroken door zeven bessenstruiken (zwarte, witte, rode en kruisbessen in twee kleuren). Dat wordt dus een echt boerenhoekje. Achter de boomgaard hebben we 70 struiken geplant die smulspul zijn voor vogels: meidoorn, sleedoorn, hazelaar, vogelkers, kardinaalshoed, appelbes, krentenboompje enz. Allemaal bessen en zaden, en straks lekker ondoordringbaar. Fijn voor vogels, niet voor de poes.

De oprit wordt tot aan de voordeur gemarkeerd door een haagbeukhaag. Die geeft een mooie lijn van oost naar west. Straks wordt die haag dicht en hoog. Dan kijk je dus heel anders: ertegen in plaats van erdoor. Het terrasje van de b+b heeft ook een haagje gekregen. Straks kun je er staand overheen kijken en zittend achter schuilgaan.

Aan de oostkant, langs de straat hebben we nog 26 vogeldelicatessen geplant. Onze gevederde vrienden krijgen het druk! Aan zuid- en westkant zijn we begonnen met het aanplanten van borders. Maar nog niet teveel. Voor je het weet staat er ergens een steigerpaal. Een vlonderplank. Een speciekuip. We houden ons nog even in. Met moeite.