warm

De kou is het huis uit, de warmte komt er (beetje bij beetje) in. En wij ook, stapje voor stapje gaan we naar binnen. Zodat de kou er ook bij ons uit gaat. En de warmte binnenkomt.

Het is ongeveer zoals toen de betonvloer er lag. Toen schreef ik dat mijn hart hoog opsprong. Nu weer. Hoe maak je dat beter duidelijk? De wanden zijn nog steeds de wanden, de vloer is nog steeds de vloer. Maar de kachel brandt. En de kou is de kou niet meer. Wat een ongelooflijk verschil!

Alles in de caravan werd nat. We aten maar vroeg, dan werd je warm. ’s Avonds de kachel aan betekende: warme oren en koude tenen. En die tenen werden niet meer warm. ’s Nacht eruit: liever niet.

Nu, in huis, sta ik met mijn blote voeten op de grond. Warm is het niet. Maar ook niet meer vochtig koud.

Dat kamperen was wel stoer de laatste tijd (en soms ook nog leuk). Maar de tijd begon ons in te halen. Vorig jaar hielden we het vol tot 25 november (in de striemende regen). Nu tot 20 november.

De winter komt. Laat maar komen. Wij zijn binnen.

Reageren is niet mogelijk